doorzagen

doorzagen
{{doorzagen}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk werkwoord〉
[vervelend blijven doorpraten] rabâcher
II 〈overgankelijk werkwoord〉
[in tweeën zagen] scier (en deux)
voorbeelden:
¶   iemand doorzagen 〈ondervragen〉 mettre qn. sur la sellette; 〈vervelen〉 scier les côtes à qn.
     iemand over iets doorzagen rebattre les oreilles à qn. de qc.

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать реферат

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”